De bundel 'Het Kleinste Gedicht' is de natte droom van elke puber die niet van lezen houdt, maar wel literaire boekjes achter zijn of haar kiezen moet stoppen. Inspannender dan de veelal olijke gedichten (honderd in totaal) is het voorwoord van Guus Middag, die daarin poogt het korte gedicht als genre uit zijn isolement te halen. De klassiekers ontbreken niet ('Hoe verder men keek/hoe groter het leek - 'Heelal', Jules Deelder), maar ook veel verborgen schatten komen aan het licht. Wat te denken van: 'liet zijn dagblad neerdwarrelen . met lauwe, stervenszekere traagheid.' - 'huiskamer', Gust Gils). Mooi, mooi, mooi... - 3 gwrrfs.