Adriaan van Dis kennen we als het prototype van een keurig heerschap, en zo loopt hij ook rond in zijn nieuwe roman 'De Wandelaar', die onlangs is genomineerd voor de Publieksprijs. Mensenschuw loopt zijn alter-ego Mulder zijn vaste rondjes door het aimabele Parijs, totdat al snel de inmiddels welbekende straatrellen in de voorsteden uitbreken, alwaar hij via een hond, die een brandend en verwaarloosd pand uit springt, bij betrokken raakt. Centrale vraag: is Mulder met zijn schaapjes op het droge en in zijn veilige appartement bereid om zich het lot van de achtergestelden aan te trekken? Hen te helpen? Gelukkig klinkt dit moralistischer dan het boek in werkelijkheid is, want Van Dis verdient pluimen voor zijn ragfijne observaties in de Franse voorsteden en het weergeven van de hachelijke gedachtewereld waarmee Mulder tussen kerk, maffia en slachtoffers heen en weer manoeuvreert. Vermakelijk, mooi, geëngageerd - en dat zeggen we zonder ironie! - 4 gwrrfs.