Taalverliefd. Zo kun je de dichter en historicus (1962) Erik Bindervoet gerust omschrijven. In zijn nieuwste poëziebundel 'Voor altijd voor het eerst' gaat hij de merkwaardige uitdaging aan om de 20-ste eeuw in 101 gedichten samen te vatten, vanuit de gedachte 'Maak je eigen canon zelf en verlos ons zo van de canon'. Oké. Maar is dit boekje een aantrekkelijke canon? Niet bepaald. De onderwerpkeuze is dermate particulier dat aanhaken lastig is, de dwingende vorm van de gedichten is eerder een beperking dan een verrijking en het geheel ademt een soort Sintklazerige rijmelarij uit, die totaal niet bij het -serieuze- onderwerp past. Of dit alles een manier om subsidie los te weken bij een fonds? Anyway, een one way ticket to the ramsj!! - 1 gwrrf.