Het personeel van de Centrale Bibliotheek in Apeldoorn keek vorige week vreemd op toen de post op de mat plofte. Er bleek een brief, afkomstig uit Australië, bij te zitten van een dief die zo'n vijftig jaar geleden enkele kinderboeken had gestolen. Naast de excuusbrief had de boekendief ook dertig euro in de envelop gedaan. In vier Engelse zinnen schrijft de onbekende dat hij spijt heeft van het feit dat hij ergens voor 1960 kinderboeken over dieren uit de bibliotheek had meegenomen. Met het meegestuurde geld hoopt de man de boeken te hebben terugbetaald. Wat was de nuchtere reactie van de bibliothecaris?