Sinds Pippi Langkous grossiert Scandinavië al decennia lang in eigenwijze kinderen. Vroegwijze typetjes die kattenkwaad uithalen, boeken doorspitten of filosofisch de sterrenhemel bestuderen. De elf-jarige Herman uit de gelijknamige roman van de Noorse schrijver Lars Saabye Christensen (brak vorig jaar door met 'De halfbroer') is zo'n knul. Met een ongerepte logica, liefde voor de natuur en een scherp oog voor eigenaardig gedrag maakt hij zijn omgeving op een sympathieke manier 'onveilig'. Als hij daarbovenop getroffen wordt door een vreemde aandoening, wordt zijn karakter extra op de proef gesteld. Maar Herman krijg je niet zomaar klein! Ontroerend proza voor de bij de kachel...